|
|
Spelregels
Toepen wordt gespeeld met de boer, vrouw, koning, aas, 7, 8, 9, en 10 uit een volledig kaartspel, oplopend in waarde. Iedere speler krijgt 4 kaarten gedeeld door de deler, en de eerste speler na de deler gooit als eerste een kaart op in de eerste slag. De andere spelers moeten kleur bekennen, als ze dat kunnen. Als alle spelers een kaart opgegooid hebben, wint de speler die de hoogste kaart van de gevraagde kleur opgegooid heeft. Deze speler mag dan de volgende slag als eerste een kaart opgooien. Spelers die de gevraagde kleur niet hebben, kunnen dus ook die slag niet winnen.
Het potje wordt gewonnen door de speler die de laatste slag wint.
Normaalgesproken wordt er gespeeld om een inzet in puntenaantal, die door de spelers met 1 punt opgehoogd kan worden als ze denken goede kaarten te hebben. Andere spelers kunnen dan besluiten om 'mee te gaan', daarbij het risico lopend dat ze het nieuwe hogere aantal strafpunten bij moeten schrijven als ze verliezen, of om 'weg te gaan', en hoe dan ook de vorige hoeveelheid strafpunten bij te schrijven. Doorgaans is een spel voorbij als iedereen behalve een speler 15 strafpunten behaald heeft.
Zie voor een uitgebreidere uitleg van het 'toepen' spel: http://nl.wikipedia.org/wiki/Toepen .
We gebruiken het strafpunten systeem ook in ons spel om te zeggen wanneer een 'potje toepen' voorbij is, maar we hebben met het oog op simpliciteit geen mogelijkheid tot het verhogen van de inzet toegevoegd. |
|