Column R&EM

door Bart Verheij

Dr. B. Verheij is universitair docent rechtsinformatica aan de Universiteit Maastricht.
b.verheij at ai dot rug dot nl
http://www.ai.rug.nl/~verheij/

Van advies naar ondersteuning

Kasparov is inmiddels door de computer verslagen, Moskowicz nog niet. Behalve de institutionele belemmeringen - een land waar een computer de rol van officier van justitie op zich mag nemen ken ik niet - staat de huidige stand van de informatietechnologie dat ook niet toe. Een fundamenteel verschil tussen het schaakspel en de rechtspraktijk is hiervoor een belemmering: terwijl schaken zich grotendeels binnen een kunstmatige wereld afspeelt, strak afgebakend door de regels van het spel, is het recht sterk ingebed in de 'echte' wereld, met alle dynamiek, onzekerheden en onbekendheden die daarbij horen. (Ik vermoed overigens dat dit slechts een voorlopige belemmering is, maar dat is een ander verhaal.)

Toch wordt het recht net als het schaken sterk bepaald door kunstmatige elementen: de rol van door mensen gemaakte wettelijke regels en formele procedures is groot. Zo beschouwd is het recht een prachtig domein voor de aftasting van de grenzen van de informatietechnologie. Aan de ene kant heeft het recht eigenschappen die het vatbaar maken voor informatietechnologische toepassingen, zoals de rol in het recht van expliciete rechtvaardiging en regels. Aan de andere kant staat het recht volop in het leven, waardoor het een bron is voor allerlei diepe wetenschappelijke vragen op het gebied van de informatietechnologie. Zulke vragen betreffen bijvoorbeeld de automatisering van juridische argumentatie. Daarover zal ik het hier hebben.

Lange tijd heeft de nadruk in de juridische informatietechnologie gelegen op de ontwikkeling en bestudering van juridische kennissystemen of expertsystemen. Zulke systemen hebben als doel een juridische vraag te beantwoorden op grond van door de gebruiker van het systeem in te voeren informatie.

Een kennissysteem op het gebied van de onrechtmatige daad zou bijvoorbeeld als doel hebben om de vraag te beantwoorden of een bepaalde gedraging als onrechtmatig aan te merken is, en vervolgens wellicht om de schadevergoedingsplicht vast te stellen. Nadat de gebruiker van het systeem enkele basisgegevens, zoals de leeftijd van de mogelijke 'dader', in het systeem heeft ingevoerd, stelt zo'n systeem vervolgens een reeks vragen voor het vaststellen van de juridisch relevante informatie, en geeft dan zijn oplossing van de casus.

Zo'n systeem bestaat niet, althans niet op het gebied van de onrechtmatige daad. Nogal wiedes, zegt de gemiddelde jurist, de onrechtmatige daad is een veel te gecompliceerd domein om zo te automatiseren. Al is het maar de vraag of deze jurist gelijk heeft, voorlopig zijn we nog niet zo ver. Andere juridische domeinen zijn in elk geval al wel geschikt gebleken voor een dergelijke automatisering. Er zijn bijvoorbeeld in Nederland bij veel sociale diensten systemen in gebruik op het gebied van de sociale verzekeringswetgeving. In de handel zijn systemen verkrijgbaar op het gebied van de overdrachtsbelasting en de verevening van pensioenrechten, en er is een wetenschappelijk prototype op het gebied van milieuvergunningen. De reden dat deze domeinen al tot succesvolle kennissystemen hebben geleid is dat het domein ófwel relatief eenduidig en helder in elkaar zit ófwel een onoverzichtelijke wirwar van regelgeving kent. In het eerste geval is automatisering goed mogelijk, in het tweede kan automatisering een welkome steun zijn bij het vinden van de weg door de regelgeving.

Al bestaat er vooralsnog geen kennissysteem op het gebied van de onrechtmatige daad, men kan zich afvragen of een bescheidener doelstelling wel nu al haalbaar is. De vraag is dan in hoeverre informatietechnologie in plaats van het geven van juridisch advies op het gebied van de onrechtmatige daad, daarbij ondersteuning kan bieden.

Recent wordt een antwoord op deze vraag gezocht in zogenaamde argumentatieassistentie-systemen. Het verschil tussen zulke systemen en kennissystemen is dat argumentatieassistentie-systemen niet, of niet in de eerste plaats, zijn gericht op het zelfstandig nemen van beslissingen, zoals dat bij kennissystemen wel het geval is. Een argumentatieassistentie-systeem neemt de redeneertaak niet over van de gebruiker, maar geeft ondersteuning. Zo'n systeem kan bijvoorbeeld bijhouden welke redenen welke conclusies ondersteunen, welke tegenargumenten zijn aangevoerd, en welke beweringen op grond van de op een bepaald moment ingevoerde informatie gerechtvaardigd zijn. Een systeem vervult zo een boekhoudkundige rol en kan er voor zorgen dat geen argumentatiefouten worden gemaakt. Het systeem kan bijvoorbeeld ook advies geven over argumentatiestrategieën.

In een sessie met het prototypische argumentatieassistentie-systeem ArguMed (zie noot 1) kan een gebruiker bijvoorbeeld als reden voor de onrechtmatigheid van de gedraging van de 'dader' aanvoeren dat hij een inbreuk op een eigendomsrecht van de benadeelde heeft begaan. De argumentatie kan verder gaan door aan te voeren dat er een rechtvaardigingsgrond is, omdat er ter uitvoering van een ambtelijk bevel werd gehandeld. De gebruiker ziet nu het volgende op het scherm:

Voorbeeld ArguMed

De uitroeptekens geven aan wat de huidige premissen zijn, en de vraagtekens de huidige kwesties. Het licht gekleurde, cursieve lettertype geeft een bewering aan die niet gerechtvaardigd is, het donkere, vette lettertype een bewering die gerechtvaardigd is. In het voorbeeld is de onrechtmatigheid van de gedraging niet gerechtvaardigd (op grond van de ingevoerde argumentatie) omdat er geen rechtvaardigende reden voor is. De gegeven reden, namelijk de rechtsinbreuk, is niet rechtvaardigend omdat er een rechtvaardigingsgrond is. In het voorbeeld kan de argumentatie bijvoorbeeld worden voortgezet door aan te voeren dat het ambtelijk bevel niet bevoegd gegeven was of door een andere reden aan te voeren voor de onrechtmatigheid van de gedraging. De bewering dat de gedraging onrechtmatig is, kan dan alsnog gerechtvaardigd worden.

Juridische argumentatieassistentie staat nog in de kinderschoenen. Er is nog geen zicht op de grenzen van de mogelijkheden. Er zijn diverse prototypische systemen ontwikkeld, en er is al een begin van commercialisering. Wat de 'juiste' keuzes zijn en wat de 'goede' toepassingen is nog onvoldoende duidelijk. Te denken valt aan argumentatietraining, bijvoorbeeld in het juridisch onderwijs, aan discussiefora, bijvoorbeeld voor maatschappelijke debatten via het internet, aan het in kaart brengen van juridische informatie, bijvoorbeeld ten behoeve van kennismanagement in juridische organisaties, en aan het opzetten en testen van een betoog, bijvoorbeeld voor pleitnota's.

Vooralsnog is enige terughoudendheid van de praktijkjurist begrijpelijk. Het is maar de vraag of argumentatieassistentie-systemen op korte termijn zo handig en gemakkelijk in gebruik worden dat ze een positieve invloed krijgen op het werk in de praktijk. Voorlopig gaat het leeuwendeel van de aandacht bij de ontwikkeling van deze systemen dan ook uit naar vragen van gebruikersvriendelijkheid en bruikbaarheid. Argumentatieassistentie zal echter op korte termijn steeds beter gekoppeld worden aan juridische informatiebronnen, zoals wetgevings- en jurisprudentiedatabanken. Zodra die koppeling is gelegd, wordt argumentatieassistentie niet meer weg te denken uit de juridische praktijk.

(1) Meer informatie over het ArguMed-systeem is te vinden op http://www.ai.rug.nl/~verheij/aaa/.


Bron: Verheij, Bart (2000). Van advies naar ondersteuning. Recht & Elektronische Media, 2000 nr. 2, blz. 2-3.
Bart Verheij's home page - research - publications