NWO/ToKeN2000 project:
OPTIMA Optimale Persoonlijke Interface door Mens-imiterende Agents

Uitvoerder: Kunstmatige Intelligentie, Rijksuniversiteit Groningen.
prof. dr. L. Schomaker / dr. Niels Taatgen

Apparaten in de huishouding en programma's op de computer worden steeds ingewikkelder. De producent streeft naar een ontwerp dat de voorkeuren van een denkbeeldige gemiddelde gebruiker ten goede komt. Probleem is natuurlijk dat zo'n gemiddelde gebruiker niet bestaat. De meeste mensen gebruiken van een ingewikkeld systeem maar een beperkt deel, en laten veel ingebouwde functies links liggen. Denk hierbij aan Uw videorecorder of Uw mobiele telefoon. Echter, vooral op het Internet wordt heel duidelijk dat er veel mogelijkheden zijn binnen een breed aanbod aan informatie, terwijl de gebruikerswensen sterk uiteenlopen. Gebruikers verschillen bovendien vaak sterk in de manier waarop ze het meest comfortabel informatie zoeken. Ook op Internet gaan de huidige systemen uit van een 'gemiddelde gebruiker', zoals de ontwerper zich deze persoon voorstelt.

Een betere oplossing is om de gebruikers-interface (de bediening) adaptief te maken, waarbij de omgang met het systeem voor elke individuele gebruiker wordt geoptimaliseerd. De bediening van bijvoorbeeld een zoek-'site' op Internet zou zich aan moeten passen aan de voorkeuren, kennis en vaardigheid van de gebruiker. Algemeen doel van het project OPTIMA is te komen tot een methodologie voor het ontwikkelen van dergelijke adaptieve 'user interfaces'. Het toepassingsgebied betreft het zoeken naar tekst en afbeeldingen met behulp van een geavanceerde zoekmachine.

Omdat we niet direct in het hoofd van een gebruiker kunnen kijken, is een model van die gebruiker noodzakelijk. Dit model zal als een 'agent' - dat is een zelfstandig werkend programma - meekijken met de gebruiker en hetzelfde leerproces doormaken. Hierbij is het noodzakelijk om alle niveaus tussen de beginnende gebruikers en de expertgebruiker te begrijpen. Hiervoor is dus een leermechanisme nodig. In het onderzoek proberen we in drie stappen te komen tot een dergelijke adaptief systeem:

1. Het ontwikkelen van een lerend cognitief model dat beschrijft hoe de gebruiker een zoekmachine bedient. Het resultaat is een 'agent' die in staat is om het programma te leren bedienen.

2. Het inbouwen van zo'n agent in de applicatie. De agent kijkt als het ware mee over de schouder van de gebruiker, en doorloopt hetzelfde leerproces als die gebruiker. Nuttige stukjes informatie zijn: de door de gebruiker gemaakte keuzes (aanklik-gedrag), de reactiesnelheden, fouten, etc.

3. Het aanpassen van de interface (bediening) op grond van de kennis van de individuele gebruiker. Een aanpassing kan bijvoorbeeld bestaan uit het voorrang geven aan opties waar de gebruiker een voorkeur voor heeft en het met hulp ondersteunen van vaardigheden die gebruiker nog niet goed beheerst.

De hier geschetste aanpak is zeer succesvol gebruikt in computerondersteund leren op terrein van algebra en meetkunde. Voor de 'agent' wordt een programmeertaal gebruikt waarin al kennis over menselijke cognitie is ingebouwd: ACT-R. Er bestaan op dit moment al modellen die zelfs redelijk nauwkeurig kunnen voorspellen waar de gebruiker op het scherm naar kijkt, en hoe de oogsprongen in de tijd verlopen. Ook over denktijd en snelheid van typen en muis-bewegingen is er steeds meer bekend. Het project OPTIMA, dat in samenwerking met de universiteit Leiden (project "Spreekbuis") en het CWI in Amsterdam (project "Cuypers") wordt uitgevoerd, is een goed voorbeeld van kennisoverdracht van technische cognitiewetenschap naar informatica.